De oostkust van Oz staat onder backpackers bekend als de "party-coast". Gemiddeld 40.000 backpackers zwerven er dagelijks rond! De meesten hiervan zijn jong en "doen" hun jaar Australië. Met een werkvisum op zak trekken ze al feestend, en werkend, op en neer de kust.

Frasier Island

Een populaire backpackersbestemming is Hervey Bay. Dit dorp is de opstapplaats naar het grootste zandeiland ter wereld, Frasier Island. Er schijnt meer zand op het eiland te zijn dan in de gehele Sahara! Dit komt doordat de zandlaag meer dan 150 meter dik is. Helaas heeft mijn busje geen vierwielaandrijving en ben ik dus aangewezen op een tour.

Met een klein gezelschap crossen we twee dagen lang over het strand in een stoere vierwielaangedreven bus. We beklimmen zandduinen, zien unieke flora en fauna, zoals reusachtige waterbestendige bomen (vroeger geliefd bij botenbouwers), slangen en zelfs enkele dingo's. 's Avonds proppen ik en mijn medebackpackers onszelf vol in het "all-you-can-eat" restaurant.

De laatste dag bezoeken we "lake McKenzie". Dit meer is geheel gevuld met regenwater. Ik heb nog nooit zulk helder water gezien. Het zand bestaat bijna uit puur silicium en is zo zacht dat je je huid er een scrub mee kunt geven en zelfs je tanden mee kunt poetsen!

Agnes Water

Ik trek verder naar het noorden en besluit een paar dagen te stoppen in het dorpje Agnes Water om het surfen beter onder de knie te krijgen. Ten noorden van deze plaats is de branding niet geschikt voor surfen en wordt bovendien de zee geplaagd door de zogenaamde "stinger", een kleine kwal met een uiterst pijnlijke steek. Dus mijn laatste kans om een paar golven "te pakken". De stroming is sterk en de branding klein en vol met surfers en dat maakt het er niet gemakkelijker op. Maar ik ontmoet een aantal andere beginners en we hebben veel lol. Na een paar dagen zijn mijn handen en knieën flink geschuurd en houd ik het weer voor gezien.

Whitsunday Islands

Mijn volgende bestemming is wederom een eiland, of eigenlijk een groep eilanden. Deze keer ga ik een driedaagse zeiltocht maken op een oud zeilschip. Het schip heet "Derwent Hunter" en schijnt het laatst gebouwde geheel van hout vervaardigde zeilschip van Australië te zijn. Overdag zeilen we tussen de eilanden, snorkelen of bezoeken een eiland. 's Nachts slapen we op de boot.

Ik heb weer eens geluk met het weer! Het heeft de afgelopen week telkens geregend, maar nu is het zonnig. Goed zicht bij het snorkelen dus! Het koraal is kleurrijk en de vissen talrijk. We komen een lokale bekendheid tegen: Elvis, een enorme vis die vlakbij een klein eilandje woont. Mijn medereizigers zijn gezellig en we hebben een goede tijd op de boot.

Omdat het stingerseizoen is, wordt ons sterk aangeraden een zogenaamd "stingersuit" te dragen tijdens het zwemmen. Het stingersuit is een pak van dunne stof dat bijna je volledige lichaam bedekt. We dragen zelfs een soort skimasker om de kans op een steek zo klein mogelijk te maken. Het pak ziet er erg komisch uit en de eerste keer dat we het aantrekken leidt het tot grote hilariteit.

Na de zeiltocht trek ik verder richting het noorden. Ongeveer een dag lang rij ik door een verlaten gebied. Onderweg kom ik alleen boeren en medereizigers tegen. Het blijkt een voorproefje te zijn op de binnenlanden... Langzaam kom ik weer in bewoond gebied. Ik passeer het backpackersghetto Cairns en ga door richting de "koeien baai".

Cow Bay

Ten noorden van Cairns bevindt zich een gebeid met uniek tropisch regenwoud. Een van de unieke kenmerken is dat het regenwoud direct grenst aan de zee. Ik heb gehoord dat de beruchte "cassowary" (een soort struisvogel) hier te spotten valt. Die wil ik wel eens in het wild zien!



Ik logeer in een leuk hostel in de jungle. 's Ochtends vroeg maak ik een trektocht door het woud, in de hoop een cassowary te spotten. Best spannend, want een cassowary kan twee meter hoog worden en is berucht om zijn scherpe klauwen (niet dat er veel ongelukken gebeuren, de cassowary is vrij verlegen). Ik zie genoeg fazanten, een schildpad en heel, veel sporen, maar helaas geen cassowary...

Atherton tablelands

Alks ik de volgende dag onderweg ben in de hooglanden van noord-oost Australië, merk ik dat een hele stam mieren in mijn busje zijn gekropen. Kennelijk zijn ze afgekomen op het eten dat in een tas in de auto lag. Gelukkig hebben de vorige eigenaars een insectenspray achtergelaten en ben ik vrij snel van een groot deel van de mieren af.

Het reizen door de hooglanden verloopt traag. Onderweg kom ik mijn eerste "roadtrain" tegen. Dit is een grote truck met twee of meer aanhangers, die je op hoge snelheid voorbij rijdt. Ze worden in de Australische binnenlanden, de zogenaamde "outback", gebruikt voor transport over lange afstanden.

En dan heb ik geluk! Tijdens het bezichtigen van een krater, kom ik een cassowary tegen! De vogel is echt enorm. Het dier lijkt op een struisvogel (het kan ook niet vliegen) en onderscheidt zich door een soort hoorntje op z'n kop. De klauwen zien er inderdaad gevaarlijk uit. Erg gaaf!



Ik heb veel gezien aan de oostkust en nu is het tijd de droge, uitgestrekte outback te bezoeken. Tot de volgende keer!

Australia's biggest attraction is its natural beauty. The landscape varies from endless sunbaked horizons to dense tropical rainforest to chilly southern beaches. Scattered along the coasts, its cities blend a European enthusiasm for art and food with a laid-back love of sport and the outdoors.