Australia Zoo
Crikey!
Outback
Een zogenaamde \"roadtrain\".
Red centre
De \"Olgas\", een rotsformatie vergelijkbaar met Uluru.
Outback
Rood zand, meedogenloze zon, droogte, afgelegen dorpjes en stoere Australische "bush" mannen. Mijn beeld van de outback is gevormd door beelden die ik op televisie heb gezien. Horrorverhalen over autopech in de bush spoken door mijn hoofd als ik vanuit de stad Townsville de weg richting outback insla. Maar mij kan niks overkomen! Ik ben goed voorbereid: voedsel voor een paar dagen, meer dan voldoende water en twee tanken gevuld met brandstof. Ik ben benieuwd naar het landschap en hoe de mensen in de outback leven. Daarnaast hoop ik ook eens aboriginals te zien die niet dronken in het park rondhangen.

Zodra ik door de bergen ben, wordt het land kaler. De dorpjes worden kleiner en liggen steeds verder van elkaar. Ik vertrek vroeg en rij de hele dag, maar als de zon ondergaat ben ik nog niet op mijn bestemming aangekomen. Autorijden in het donker wordt sterk afgeraden. 's Avonds komen de kangoeroes tot leven en is er een grote kans dat je er eentje schept. Ik besluit te stoppen op een rustplaats langs de weg. Eenzaam hoef ik me niet te voelen, er staan al meerdere caravans. 's Avonds is het pikdonker en heb ik een geweldig zicht op de sterren boven mij.

De volgende dag wordt ik gewekt door een zwerm krijsende "flying foxes" (grote vleermuizen) die in een naastgelegen boom neerstrijkt. Nog voor de zon opkomt heb ik ontbeten en ben ik weer onderweg. Ik geniet van de opgaande zon. Na slechts twee uren rijden, kom ik aan in de mijnstad Mount Isa.

Mt Isa

Het eerste wat opvalt zodra ik Mt Isa nader, is de enorm hoge schoorsteen van de smelterij. Er worden namelijk grote hoeveelheden koper, lood, zink en zilver gewonnen in mijnen vlak naast de stad. Het blijkt mogelijk te zijn een kijkje in een oude mijn te nemen. Samen met een gids en een groepje medebelangstellenden daal ik af met een antieke lift. Met helmen op en overalls aan bezichtigen we de mijn. We krijgen alle details te horen over het werk in de mijn. Vroeger werd het meeste werk nog met de hand gedaan, terwijl tegenwoordig bijna alles door zware op afstand bestuurde machines wordt uitgevoerd. De mijnbouw heeft in de afgelopen tientallen jaren enorme ontwikkelingen doorgaan. Hoewel er nog steeds gevaren kleven aan het werken in de mijn, zijn de meest gevaarlijke klussen door machines overgenomen.

We mogen zelf een aantal oude machines bedienen, waaronder een grote drilboor. Altijd leuk... Na koffie met koek en grappige anekdotes, verteld door de gids, gaan we weer richting de oppervlakte. Ik heb gelezen dat er een museum over de RDFS, de vliegende dokters, in de stad is gevestigd. Als een oude fan van de televisieserie moet ik daar natuurlijk een kijkje nemen. Het museum blijkt klein te zijn, maar geeft veel informatie over het ontstaan en werk van de service.




Dezelfde dag vervolg ik mijn weg richting Darwin. Deze stad in het noorden van Austalië is nog dik vijftienhonderd kilometer rijden vanaf Mt Isa. Het kost me drie dagen, maar ik doe het dan ook rustig aan. Ondanks het eentonige, lege landschap verveel ik me niet. Ook het kamperen bevalt me wel. Onderweg kom ik voornamelijk roadtrains, medereizigers en boeren in zogenaamde yute's (goed uitgeruste pick-ups) tegen. Bijna iedereen groet elkaar op de weg. Erg leuk, waar zie je dat nog? De benzineprijzen stijgen aanzienlijk, maar de koffie is meestal gratis. Ik maak me niet druk dat ik zonder brandstof kom te zitten. Met twee volle tanken kan ik dik negenhonderd kilometer ver rijden. Toch tank ik regelmatig omdat gas nou eenmaal goedkoper rijden is.



Darwin

Onderweg naar Darwin zie ik telkens overal bosbrandjes, soms tot aan de weg. Ik vraag me af of ze veroorzaakt zijn door onweer of achteloos gebruik van vuur. Boven Darwin hangt een grote rookwolk. Waarom blust niemand de brandjes? Later leer ik dat de branden opzettelijk zijn aangestoken. De aboriginals houden op die manier het ongewenste lange gras onder controle. In bepaalde periodes in het jaar steken ze het hoge gras in brand, zodat andere planten weer kans krijgen te groeien en ook het jagen op dieren een stuk gemakkelijker wordt.

Het is warm en vochtig in Darwin en de stad vind ik niet bijzonder. Ik laat mijn busje servicen en vertrek na twee dagen. Ik heb gehoord dat het nationale park Kakadu, vlakbij Darwin, leuk is om te bezoeken.

Kakadu NP

Kakadu is eigendom van aboriginals en is open voor bezoekers. In het natte seizoen verandert een groot deel van het gebied in een moeras, terwijl het land droog is daarbuiten. In het park zijn veel rotsen beschildert door aboriginals (zogenaamde "rock art"), veel met een spirituele betekenis. Enkele daarvan zijn te bezichtigen en ik ben wel benieuwd naar deze oude schilderijen. Veel van de rock art heeft betrekking op het dagelijkse leven van de aboriginals. Zo zie ik veel kangoeroes, vissen en dagelijkse taferelen. Er zijn zelfs enkele schilderingen met afbeeldingen van Europeanen en hun werktuigen, zoals musketten en schepen. Andere schilderingen hebben een meer spirituele betekenis, zoals de afbeeldingen van de dondergod en van mystieke voorouders.



Er is een informatiecentrum in het park waarin een museum over de aboriginal cultuur is gevestigd. Het museum vind ik heel interessant, er wordt verteld over aboriginal gebruiken en legendes. Het park is verder heel afwisselend en ik maak een aantal leuke wandeltochten. 's Nachts logeer ik op kampeerplaatsen, waar de muggen me werkelijk opeten!

Na een aantal dagen trek ik weer richting zuiden. Langzaam ga ik richting de bekendste stad van de outback, Alice Springs. Onderweg stop ik regelmatig en bezoek o.a. een spookstadje, een zogenaamde "bush pub", een hotspring en de "Devils Marbles" (knikkers van de duivel), ronde stenen zo groot als een huis.



Alice Springs

Ongeveer in het midden van Australië ligt de stad Alice Springs. De stad is voor veel mensen uitvalsbasis naar de bekendste attractie van het land: Ayer's rock, ofwel, zoals de aboriginals het noemen: Uluru. Voordat ik richting Uluru ga, wil ik de West MacDonnell bergketen bezoeken. Ik neem een dagje rust voordat ik die kant op ga.

Net als in meerdere dorpjes in het noorden van Australië, zie ik veel Aboriginals rondhangen in het park. Alcoholisme is een groot probleem onder deze groep. Aboriginals maken nu slechts 2% uit van de bevolking en zijn sinds de komst van de Europeanen stelselmatig onderdrukt. Tegenwoordig hebben aboriginals veel van hun "gestolen" land terggekregen, maar het lijkt alsof ze nog steeds niet menswaardig behandeld worden. Ik merk dat veel Australiërs racistisch zijn tegenover aboriginals.

Er zijn aboriginal dorpen, maar deze zijn niet toegankelijk voor iedereen. Aan de ene kant begrijpelijk, maar ook wel jammer, want ik krijg zo de indruk dat aboriginals de hele dag niets anders doen dan rondhangen en veel bier drinken. Het lijkt alsof veel aboriginals "verloren" zijn in deze tijd. Hun cultuur is eeuwenlang bijna niet veranderd en ze zijn daarom misschien niet flexibel genoeg zich aan te passen aan een westerse maatschappij. Maar ja, aan de andere kant, waarom zouden ze...

King's Canyon

Na een bezoek aan de MacDonnell bergketen, rij ik naar King's Canyon. Deze kloof is werkelijk prachtig. Je kunt de kloof inlopen en je vergapen aan de 100 meter hogen muren rondom je. Maar het leukste is nog omhoog te klimmen en rond de rand te wandelen. Het is flink warm en de klim kost me een paar zweetdruppels, maar is absoluut de moeite waard. Vanaf de bovenkant van de kloof heb ik een prachtig uitzicht op de outback en de kloof zelf. Deze mag je niet missen!

Uluru

Vervolgens rij ik naar Uluru. Ik verwacht geen wereldwonder, gezien het behoorlijk veel hype krijgt. Deze steen is 3,6 kilometer lang, 348 meter hoog en ligt midden in de woestijn. Je kunt hem al van ver zien liggen. Op een plek langs de steen zijn kettingen aangebracht, zodat je Uluru kunt beklimmen. De klim is erg steil, maar als ik boven aankom, heb ik een wijds uitzicht op de omgeving. Naar beneden klimmen blijkt lastiger te zijn, gelukkig maken de kettingen het een beetje gemakkelijker.

Ik wacht tot de zon onder gaat en bekijk Uluru van een afstandje, samen met hordes andere toeristen, vanaf een parkeerplaats. De steen verandert van kleur en wordt achtereenvolgens donkerbruin, rood, oranje en zwart. Erg mooi! Ik moet bekennen dat ik ondanks de hype Uluru toch erg de moeite waard vind om te bezoeken. Alleen het aangelegen museum valt een beetje tegen, maar dat doet niks af aan de schoonheid van de steen zelf.



Na Uluru rij ik verder richting het zuiden. Ik heb gehoord dat het dorp Coober Pedy leuk is om te bezoeken. Wat ik daar beleefd en gezien heb, kun je de volgende keer lezen.
J.
» Volgende reisverslag: Zuid Australië.
» Vorige reisverslag: Oost Kust, deel 2.
Australia's biggest attraction is its natural beauty. The landscape varies from endless sunbaked horizons to dense tropical rainforest to chilly southern beaches. Scattered along the coasts, its cities blend a European enthusiasm for art and food with a laid-back love of sport and the outdoors.