Shoppersparadijs
Na een vlucht van slechts 5 uur zet ik voor het eerst voet op Aziatische bodem in Singapore. De cultuurschok blijft uit: de stadstaat Singapore is modern en relatief rijk voor Azië. Ik word in een ge-airconditioneerde taxi door een Engels sprekende chauffeur naar mijn guest house gereden. Het is bijna middernacht en het is rustig op straat. Ik ben moe en ga direct naar bed. Morgen ga ik fris de stad verkennen.



Singapore staat bekend om zijn hoge wolkenkrabbers en schone straten. Kauwgom kauwen op straat is verboden, daar werd ik op het vliegveld nog even op gewezen. De inwoners van Singapore zijn een mix van voornamelijk Maleisiërs, Indiërs en Chinezen. Dat zie je terug in het straatbeeld: een Chinese wijk met Chinese tempels, klein India met kleurige Indiase tempels en overal zie je veel moskeeën. Het gebied rond de river biedt een bijzondere aanblik: kleine bootjes op de rivier, tradionele Aziatische huizen langs de kade en in de achtergrond hoge wolkenkrabbers.

Het eten hier is een feest! Na 5 maanden voornamelijk zelf gekookt te hebben in hostels en op mijn brandertje, heb ik hier de keuze uit allerlei exotische keukens: Chinees, Japans, Thais, Indonesisch, Indisch, noem maar op. Ontbijt, lunch en diner zijn elke keer weer een ontdekkingstocht. Ik moet nog wel even wennen aan de kruidigheid van de gerechten, sommige kunnen erg heet zijn!

Ik vermaak me een paar dagen met het verkennen van de stad, een bezoek aan de nacht dierentuin, musea en ritjes in de metro. Als je van shoppen houdt is Singapore een paradijs. Elke straathoek heeft een winkelcentrum, overal is elektronica en kleding te koop. Er moet wel afgedongen worden, want prijskaartjes kennen ze hier niet.

Na een paar dagen hou ik het voor gezien en reis ik richting het noorden, naar Maleisië.



J.
» Volgende reisverslag: Stadthuys.
» Vorige reisverslag: Zuid Australië.
Singapore has traded in its rough-and-ready opium dens and pearl luggers for towers of concrete and glass, and its steamy rickshaw image for hi-tech wizardry, but you can still recapture the colonial era with a gin sling under the languorous ceiling fans at Raffles Hotel.