West Coast Wilderness
Beklimming van de Franz Josef gletsjer.
Zuid eiland
Na de nacht doorgebracht te hebben in Wellington, neem ik de veerboot naar het zuider eiland. Ik heb veel goeds gehoord over dit eiland, met name over de prachtige ruige kust en alpen. Ik reis naar Nelson, waar ik later mijn mede "trampers" zal ontmoeten. Maar eerst ga ik een dagje kajaken in het nationale park Abel Tasman.

Abel Tasman

's Nacht schijnt het flink gestormd te hebben. Maar daar heb ik niks van gemerkt, zo vast heb ik geslapen. De storm is 's ochtends voorbij en het is schitterend weer. Ik heb nog niet eerder gekajakt op zee, maar na een korte instructie blijkt het vrij simpel te zijn. Omdat er maar drie personen dezelfde tocht maken, deel ik een dubbele kajak met de gids.

We kajaken langs de kust op een kalme zee. In de verte kunnen we Wellington zien, zo helder is de lucht. Onderweg stoppen we op kleine strandjes en plukken we een aantal oesters van de rotsen. Als we op een plek met iets ruigere golven aankomen, vraagt de gids of ik wil gaan surfen met de kajak. Tja, waarom niet? Dus we proberen op de golven te surfen en het blijkt erg leuk te zijn. We worden allebei wel drijfnat, maar dat droogt snel in dit weer.

Na de lunch (sandwiches en verse oesters!) genoten te hebben, gaan we op zoek naar pinguïns. Helaas blijken ze niet thuis te zijn. Daarna keren we terug richting bus. Omdat we met twee kajaks zijn, kunnen we een klein zeiltje opzetten. Dat gaat een stuk sneller!

Trampen

De volgende dag begint de tiendaagse trektocht langs de kust. Ik had hier veel zin in: genieten van de natuur, lichaamsbeweging en "tramp" ervaring opdoen. En voor een tijdje ontsnappen aan de vele toeristen leek me ook een goed plan.

De groep bestaat uit negen trampers en een gids. Allereerst gaan we inkopen doen. We kopen een grote lading wat de Kiwi's "scroggin" noemen: een mix van noten en gedroogd fruit. Tijdens de lange tochten zullen we hiervan kilo's eten. Omdat we telkens tochten van twee of drie dagen maken, hoeven we gelukkig niet alles in één keer te dragen in onze rugzakken.

Dan beginnen we onze eerste tocht. Het is een relatief onbekend pad en we komen dan ook nauwelijks mensen tegen, slechts een aantal trampende locals. Aan het eind van de middag komen we aan op onze bestemming, een overhangende rots. Hieronder gaan we de nacht doorbrengen. Als snel wordt het donker, en koud! Na gegeten te hebben, gaan we vroeg slapen. De (gehuurde) slaapzak is gelukkig lekker warm.

De volgende dag starten we de beklimming van een bergrug. Het weer zit niet mee, er is veel wind en laaghangende bewolking. Omdat we bovenop de berg niet veel zien, besluiten we een alternatieve route terug te nemen. Aan het eind van de middag komen we weer aan op de parkeerplaats. Onze eerste "tramp" zit er op.

Omdat de weersvoorspelling niet goed is en ook de rivieren erg hoog staan, kunnen we de volgende dat niet beginnen aan de geplande tweede tocht. Maar we gaan een alternatieve tocht maken. Net als we starten met deze tocht, begint het te regenen. Maar niemand vindt het erg en we lopen door. De tocht is moeilijk, voornamelijk veroorzaakt door de regen. Het pad is glibberig en het wordt al donker. Bij het licht van zaklampen komen we aan bij de hut. We zijn allemaal doorweekt. Maar we hebben droge kleding meegenomen en in de hut brand al een kacheltje, want er zijn al een paar andere trampers voor ons aangekomen.

Het regent de hele nacht, maar 's ochtends is het droog. We beklimmen eerst nog een berg, voordat we terugkeren naar de parkeerplaats. Dan reizen we met een busje naar het dorpje Franz Josef. Hier gaan we de volgende dag een gletsjer beklimmen.

De gletsjer bevindt zich in een gebied waar jaarlijks wel 15 m. (!!) regen kan vallen. Géén wonder dat de gletsjer gemiddeld meer dan een meter per dag opschuift. Dit maakt de gletsjer ook gevaarlijk: elke dag zijn er weer nieuwe spleten in het ijs ontstaan. We beklimmen de gletsjer onder begeleiding van een gids. Onder onze schoenen hebben we ijzers met scherpe punten vastgemaakt. Het is niet koud op de gletsjer, althans onderaan niet.

's Middags ga we richting strand, waar we een zogenaamde "hangi" voorbereiden. Dit is een traditionele maaltijd van de Maori. We maken een kampvuur in een kuil in het zand. Hierin plaatsen we stenen, zodat deze heet worden. Na een aantal uren doven we het vuur en plaatsen op de hete resten in aluminiumfolie en natte doeken verpakt vlees en groenten. Dit alles wordt bedekt met zand. Na een aantal uurtjes zijn het vlees en de groeten gestoomd en kan de maaltijd beginnen. Het smaakt uitstekend!



De laatste tocht is een driedaagse trek over de zogenaamde Copland track. Dit een bekende tocht en we komen onderweg meer mensen tegen. De tocht is lang, we lopen zeven uur door de bergen. Dan komen we aan bij een grote hut. Hier kunnen we koken en er is een gezellige ruimte waar we 's avonds kaarten. We slapen onder een meegebracht zeil. Naast de hut zijn een aantal natuurlijke warmtepoelen. Daar is het goed vertoeven 's avonds, onder de sterrenhemel.



De volgende dag doen we het rustig aan en maken slechts een kleine tocht. De dag erna lopen we terug naar de parkeerplaats en het trampen zit er weer op. Ik vond het erg leuk en vind het zeker voor herhaling vatbaar.

Milford sound

Milford sound is een smalle inham in de bergachtige westkust van het zuid eiland en één van de meest bezochte plaatsen van Nieuw Zeeland. Het uitzicht schijnt schitterend te zijn. Reden om er dus naar toe te gaan.

Het is een meer dan twee uur durende rit vanaf Te Anau. Maar de rit is absoluut niet saai. Onderweg rijden we door de bergen en de uitzichten zijn prachtig. De manier om Milford sound te bezoeken is het doen van een boottocht. Na aankomst boek ik een cruise en kan bijna direct instappen. Het is niet druk aan boord. We varen door de inham en zien veel watervallen. Het is mooi weer en het uitzicht is spectaculair. Bij regen kan de hele bergwand veranderen in één grote waterval. Dat schijnt nog spectaculairder zijn!






Na mijn bezoek aan Milford sound neem ik de bus naar Christchurch. Van hier vlieg ik naar Sydney, Australië.
J.
» Volgende reisverslag: Oost kust, deel 1.
» Vorige reisverslag: Noord eiland.
New Zealand is a country of rare seismic beauty: glacial mountains, fast-flowing rivers, deep, clear lakes, hissing geysers and boiling mud. There are also abundant forest reserves, long, deserted beaches and a variety of fauna, such as the kiwi, endemic to its shores.