Salar de Uyuni
Stapel een steen voor goed geluk.
Potosi
Op weg naar een dieper niveau.


Van alles het hoogste...
Voordat ik naar Bolivia reis, breng ik een bezoek aan het meer van Titicaca en het stadje Puno. Het meer is het hoogst bevaarbare meer ter wereld (3820 meter) en direct ook Zuid-Amerika´s grootste meer. Vanuit Puno is een tweedaagse trip naar een drietal eilanden in het meer te maken. De trip is spotgoedkoop en ik besluit mee te gaan.

Op de eerste dag worden de Islas Flotantes (ook wel ¨Los Uros¨ genoemd) bezocht. Dit zijn uit riet vervaardigde drijvende eilanden, net buiten de haven van Puno. Op zich een interessant idee, drijvende eilanden, te meer omdat er nog enkele honderden mensen wonen. Nadat we op een eilandje zijn afgezet, worden we overspoeld door verkopers. Kinderen met zelfgemaakte ansichtkaarten, souvenier verkopers en oude vrouwtjes in traditionele kleding die voor ¨propina¨ (fooi) op de foto willen. Super commercieel en ik vind er niet veel aan...



Na nog een eiland bezocht te hebben (en meer ¨compra, compra¨) varen we gelukkig naar het volgende eiland, Amatani. Hier blijkt ook de gehele bevolking afhankelijk te zijn van het toerisme, maar het gaat er allemaal een stuk relaxter aan toe. We slapen bij een familie thuis en worden voor het diner uitgenodigd in de primitieve keuken. Soep, aardappelen en rijst staan er op het menu. Vanwege de hoogte kunnen er maar weinig groenten op het eiland verbouwd worden, dus die ontbreken aan de maaltijd. Maar de soep smaakt uitstekend!



De volgende ochtend varen we naar het eiland Taquile. Ook dit eiland leeft van het toerisme, voornamelijk door de verkooop van geweven kleding (van goede kwaliteit). Het weven is mannenwerk en je ziet ze dan ook overal in het dorp lopen met hun weefstukjes. De verschillende gekleurde kledingstukken die de bevolking draagt, hebben verschillende betekenissen, zoals status of huwelijkse staat. De getrouwde mannen dragen allemaal een tasje met cocabladeren rond hun middel. Deze wordt geweven door hun (aanstaande) vrouw. Er wordt maar één keer per jaar getrouwd, in mei. Mis je deze dag, dan moet je tot volgend jaar wachten.



Na de lunch genoten te hebben in het gemeenschappelijke restaurant (vis!), keren we terug naar Puno. Het blijkt oudjaarsdag te zijn en samen met een aantal mensen van de trip wordt tot laat in de nacht het nieuwjaar ingeluid. De viering van nieuwjaar in Puno blijkt niet veel te verschillen van de viering in Nederland: vuurwerk, (goedkope) champagne en zwalken over straat...

De volgende dat ga ik richting Copacabana, Bolivia. Ik verwacht dat het niet zo gemakkelijk zal zijn een bus op nieuwjaarsdag te vinden, maar het valt mee: er gaat een lokale bus richting grens. Aan het eind van de middag arriveer ik in Copacabana en wat blijkt? Alle hotels zijn vol! Veel mensen uit La Paz hebben oud & nieuw gevierd in het populaire stadje. Na een tijdje zoeken vind ik een hotel, te duur voor zijn staat, maar ik kan in elk geval overnachten.

Vanuit Copacabana kun je eenvoudig Isla del Sol in het meer van Titicaca bezoeken, maar ik heb genoeg oude stenen gezien de laatste maand en besluit naar La Paz te reizen. Gelukkig weet ik een plaatsje in een overvolle bus te bemachtigen. Het valt me op dat er een hele rij auto´s staat te wachten op iets... en de auto´s worden druk versierd! Het blijkt dat elke zondag auto´s in Copacabana worden gezegend! Vandaar dus. Onderweg naar La Paz zie ik nog veel meer versierde auto´s langskomen.

La Paz ligt in een soort ¨kuil¨ in de ¨altiplano¨ van Bolivia. De altiplano is de hoogvlakte (3500 meter en hoger) die zich uitstrekt over heel zuid-west Bolivia. Een groot deel van La Paz is tegen de wand van de ¨kuil¨ gebouwd en dat geeft een uniek uitzicht als ik van de altiplano La Paz in wordt gereden. De stad zelf blijkt wel ¨ok¨ te zijn. Om ergens te komen moet je veel op en neer lopen en dat is op deze hoogte lastig. De binnenstad heeft voldoende faciliteiten, maar toch mis ik ¨het grote stad gevoel¨. Ik vind het meer een groot dorp. La Paz is niet de hoofdstad van Bolivia (dat is Sucre), maar het is wel de grootste stad.



Een bezoek aan Bolivia is natuurlijk niet compleet als je niet de zogenaamde ¨deathroad¨ hebt bedwongen op de fiets. Deze weg schijnt de meest gevaarlijk weg ter wereld te zijn, met ongeveer honderd slachtoffers per jaar. De weg is 75 kilometer lang en daalt van het hoogste punt op 4700 meter naar ongeveer 1500 meter. Perfect om op de fiets af te sjeesen dus!

Ik meld me aan bij een tour en we krijgen allemaal een fiets, handschoenen (uiteraard beiden te klein voor me), helm en een winddichte broek en jas. De eerste 35 kilometer fietsen (nou ja, meer racen) we over asfalt naar beneden. Ik weet niet hoe snel ik ga, maar het gaat flink hard. Daarna begint de eigenlijke ¨deathroad¨, een smalle onverharde weg die langs de bergwand slingert. De snelheid wordt al een stuk minder en we stuiteren de weg af.

Onderweg komen we twee keer een landverschuiving tegen, het heeft namelijk de vorige nacht geregend. Gelukkig kunnen we er op de fiets gemakkelijk langs, in tegenstelling tot de lange rij wachtende vrachtwagens en minibusjes. Het is zonnig weer en de weg wordt nogal stoffig. Het laatste stuk is vals plat en gaat stiekem omhoog, daar hebben ze me niks over verteld! Na ongeveer 5 uur fietsen komen we aan in het plaatsje Coroico. Ik ben blij dat ik kan afstappen, mijn rug voelt als gebroken aan.

In Coroico neem ik de volgende dag de bus richting de Boliviaanse jungle, een 15 uur durende rit in een oude bus, over een onverharde hobbelweg. Wat ik in de jungle allemaal heb beleefd, kun je de volgende keer lezen...
J.
» Volgende reisverslag: El altiplano.
» Vorige reisverslag: Machu Picchu & de Inca trail.
Bolivia may be one of the poorest countries in South America, but its cultural wealth, the mindblowing Andean landscapes and the remnants of mysterious ancient civilisations make it a rich and exciting destination for those looking for more than postcards.